woensdag 28 november 2007

Meisje

Ik weet niet goed hoe ik me voel. Hoe goed ik me voel. Niet zo slecht hoor.
En dan komt dat ene lied. En besef ik dat ik beter stop met lezen nu. Stop met schrijven nu. En gewoon... moet gaan slapen, vóór middernacht.
Voor mij gaat het over een meisje.
Maar nog steeds heb ik een nieuwe herinnering nodig bij dit lied. Niet die zovele die er nu zijn.

donderdag 22 november 2007

Nerveus

Ik zit hier maar en de tijd gaat vooruit. Ik zit hier maar! (En slinger mezelf stille verwijten naar het hoofd.)
Ik laat mezelf wenen, terwijl ik luister naar een droevig lied over iets wat ik zelf niet eens meemaak of heb meegemaakt. Maar het zorgt er voor dat de tranen komen, op een moment waarin zoiets wel kan opluchten. (Ik mag me alleen niet inbeelden dat ik dat lied zelf eens zou moeten zingen.)
Ik ben moe en zit vol spanning, kijk om de twee minuten hoe ver het staat en intussen word ik alsmaar zenuwachtiger voor dat ene ding morgen.
Nu zijn er twee mogelijkheden die sowieso de beste zijn: gaan slapen of nog één keer en dan slapen. Ik kies voor de middenweg. (En geen chocolade meer.)
Morgen zal er toch één last wegvallen. Gelukkig. Eindelijk.
En zondag zal ik genieten mitsgaders hem. Mitsgaders. Vanochtend wilde ik een ode schrijven aan dat woord. Dat doe ik bij nader inzien toch niet, maar ik gebruik het wel. (en met hem, heerlijk!)
Omstreeks 14u zal ik neerploffen in de trein. (Oef.)

maandag 5 november 2007

Vandaag niet

Het valt haar op hoe stil het is in de trein. Maar de ochtendtrein is aangenaam. Na drie stations zet ze haar bagage die op de zetel naast haar stond toch maar op het bagagerek. Ze wacht op hem. Of haar. Maar het wordt alleen maar drukker. Meer komt er niet. Ze heeft nu wel een buurvrouw. Bijna onmerkbaar, want ze is verzonken in een liefdesverhaal, voelt mee met ieder personage, waarvan de karakters volledig uiteenlopend zijn. Om nog maar te zwijgen over de muziek die ze hoort. Maar ze stoort zich niet aan de contrasten. Waarom zou ze, als ze niet eens weet waar ze zichzelf moet plaatsen. Daar denkt ze nu niet over na. De rest van de dag ook niet. Het gaat om praktische zaken vandaag, van hot naar her en plannen maken en ze proberen uitvoeren. Ze stelt zich een dag geen vragen. Is het verdringen, vluchten of net ervoor zorgen dat het piekeren zal verminderen? Ze kan maar proberen, en tracht niet verder te denken dan dat.