woensdag 28 maart 2007

Het meisje met het terras op haar hoofd

Wat houdt ze toch van lente, het meisje dat van op haar stoel naar buiten zit te kijken. Dromerig, zonder te veel aandacht te schenken aan datgene waarmee ze zich zou moeten bezighouden. Nou ja, eigenlijk moet ze niets. In de ruiten aan de overkant ziet ze de reflectie van de mensen op de etage boven haar. Zij zitten buiten, boven haar hoofd. Zij kan niet meer buiten zitten dan in haar vensteropening, voor de veiligheid met haar benen in de kamer. Maar ze gaat niet naar daar, want ze zit al neer.

Soms zit ze daar wel, op de vensterbank, met de ruit open en een zacht muziekje op de achtergrond. Stiekem snoept ze dan wel iets, kijkt naar de sterren of de mensen, vraagt zich af wat de wolken haar te tonen hebben of verzint verhalen. Ze werpt ook wel eens een blik in de kamer, en vindt dat ze die toch wel mooi heeft gemaakt. Zij woont daar.

En dan is er dat ene boek dat ze af en toe vasthoudt, of misschien wel vaker. Ik weet het eigenlijk niet goed.

Nu niet, ze zit op haar stoel. Niet niks te doen, maar ze beweegt weinig. Waar ze aan denkt, ik kan het niet volgen. Soms gaat het snel en dan weer traag en plots is het weer iets anders en dan een knoop en … een glimlach? Hoe doet ze dat? Er is toch niemand in de buurt? Ze hoeft toch niks te verbergen nu, ze mag toch gewoon met de handen in het haar zitten en boos zijn en wenen en vragend kijken, naar beneden of … oh ja… boven misschien?

dinsdag 13 maart 2007

Ja?

Hé jij.
Met je mooie
woorden.

Wat wil je nu eigenlijk
zeggen?

Park

Het groene gras
deed de kale bomen
levend lijken.

Er was muziek.
Er werd gespeeld.
Er werd genoten
van de zon
van elkaar
van muziek.

Er waren mensen,
mooie mensen.

Mensen zijn mooi.
Lente is mooi.

Met blote voeten.

Nacht

Ze is er weer
om mijn denken te verlichten.

Of denk je soms
dat ze donker is?

En dan praat ik niet
over de maan
of de sterren.

Denk je soms
dat zij zelf donker is?

Ze kan wel, hoor
donker zijn.

Maar... luister is?