vrijdag 29 december 2006

Ietsje minder

Soms moeten we het stellen met wat minder. Soms zijn we “blut”. Iets wat studenten wel eens meemaken, of soms is het de algemene gezinssituatie die wat minder luxe toelaat… Vervelend, dat zeker. Alles kan beter, maar… ook slechter.

En toch kunnen we telkens weer zeggen “dat liefde het belangrijkst is”. Cliché, enorm, maar toch speelt het mee. We horen het en wimpelen het af, maar het is een zinnetje waar we vaak op teruggrijpen, niet?

Nu is het net die liefde die me af en toe – helaas, niet regelmatig (genoeg) – raakt. Als ik zie hoe een meisje in de klas tranen in haar ogen krijgt omdat zij geen cadeautje krijgt en haar buurmeisje wel, terwijl zij tussen hetzelfde vuilnis woont als zij, stoort het me plots niet meer dat ik niet alles, of weinig, van mijn verlanglijstje kan schrappen. Wat moet zo’n kind denken? Wat kan zo’n kind begrijpen? Meer als ik soms, denk ik…

Ik denk aan mezelf, toen ik een klein meisje was… wat ik allemaal wilde hebben. En dan merk ik dat er helemaal niks veranderd is. “Gelukkig zijn is genoeg.” Tot het dan weer Kerstmis is. Die verwachting is er toch, uitkijken naar wéér iets materieels. “Het wordt ons opgedrongen door de omgeving”? Misschien…

Ach… er zijn veel mensen voor wie Kerst niet anders kan zijn dan andere dagen… Voor mensen die het allerkleinste al zo veel waard achten. Hen zie je vaak nog het snelst glimlachen. Familie, veel anders hebben ze niet, maar klagen doen ze minder dan “ons”. Naïef zijn ze evenmin. Gelukkig? Dat dan weer niet?

Wat had ik zin om in de televisie te stappen en die paar meisjes en jongens een cadeautje te geven, ik heb zo veel!

Misschien was dat traantje dat ik wegpinkte wel al een mooi begin… al zou zo’n traantje mij toch vaker moeten herinneren aan, aanzetten tot… beginnend dicht bij huis.

Donderdag 28 december 2006

n.a.v. een reportage op Eén met Ilse Van Hoecke in de Filippijnen voor 11.11.11

donderdag 16 november 2006

Gent

Vrolijke en minder vrolijke deuntjes vullen mijn Leuvens kamertje. De radio vergezelt me zoals vaak op een rustpunt in mijn dag. Met het zicht op de grijze lucht en een warme kom soep in mijn handen en het vooruitzicht naar een heerlijk stukje chocolade mijmer ik een beetje. Mijn gedachten dwalen af naar gisteren. Hoe een mens toch kan genieten van een dagje weg zijn. Ja, ik ben de stad uit geweest. In een drukke trein haast in slaap vallend reisde ik af naar Gent, de mooie stad waar een dierbaar deel van mijn vrienden zich hebben gevestigd. Achterop de fiets weg van het station, naar het stulpje van twee lieve mensen. Och, misschien lijkt het niet bijzonder genoeg om een heel verhaal over te schrijven, maar het gevoel erbij was zo aangenaam, nu nog… Het zijn van die eenvoudige dingen die je zo’n uitgelaten gevoel kunnen geven. Met een nieuwe rok, in gedachten een leuk kleedje en weer een mooie Gentse herinnering ben ik ’s nachts naar het - deze keer nogal chaotische - dromenland vertrokken vanuit mijn eigen bed, om vandaag weer geconfronteerd te worden met het schoolse aspect van student zijn…

Maar vanavond kan ik zeggen: “Dans met mij.”

dinsdag 14 november 2006

Druppels en Suikerbonen

Waarom? Waarom niet.
Druppel... één van de mooiste woorden die in onze Nederlandse taal bestaan. Daarover ga ik geen pagina's volschrijven, dit is simpelweg één van de weinige onveranderlijke ideeën in mijn hoofd. Heb ik er nog... als ik diep ga graven... misschien... Ik hou niet per se van regen, tranen rollen vaak te veel, te laat... maar geboeid ben ik wel. Het water... zo rijk, oeroud, misschien wel oneindig... Een bron. Druppels.
Dank U.
Zoute zee... zoet...
Ik hou niet van suikerbonen. Niet bepaald althans. Eén van de eerste bijnamen die men mij gegeven heeft: Suikerboon. Vijf jaar later word ik er niet meer mee aangesproken, maar toch, hij is er nog. Waarom niet.
"Ik heb je lief... liever..." Stef Bos, "wat ik ook wil zeggen, jij krijgt m'n woorden klein".