maandag 21 mei 2007
Onzichtbaar
net als de wind
de nacht is onzichtbaar
als de dag begint
onzichtbaar zijn de dingen
die ik kwijt ben
die ik nooit meer vind
maar
met mijn ogen dicht
zie ik alles
wat mijn hoofd verzint
uit: Jij bent de liefste (dank je wel zusje)
maandag 14 mei 2007
Dan vraag ik me af
Hoe is?
Wel, zo. Je weet wel.
Neen, ik weet niet. Is 'zo' de waarheid dan? Of heb je 'zo' gedroomd?
Neen, ik droom enkel rare verhalen die niet waar kunnen zijn.
Maar dan is 'zo' toch waar? Of toch niet?
Dat vraag ik je nu net.
Hoe kan ik nou weten of wat jij gedacht hebt waar is?
Weet ik niet. Maar iemand moet het toch weten?
Misschien moet je het ontdekken.
Dat kan ik niet.
Waarom niet?
Ik durf niet vragen.
Maar je kan toch zoeken?
Oh ja. Zoeken. Maar wat moet ik zoeken?
Wat je wil vinden.
Oh. Dan moet ik eerst nog eens nadenken.
Nadenken?
Ja, of zoeken... wat ik wil vinden.
Moet ik je helpen?
Je mag.
dinsdag 8 mei 2007
Franz, du red'st im Fieber
Woyzeck: Ich hab ihn gesehn.
Marie: Man kann viel sehn, wenn man 2 Augen hat und man nicht blind ist und die Sonn scheint.
- uit Woyzeck, Georg Büchner -
donderdag 19 april 2007
Werkjewoord
Het viel me plots op, gewoon door iets dat ik zei: ik kan best wel als een werkwoord zijn. Die zin klopte toen waarschijnlijk niet eens, maar het leidde me wel tot een aangename gedachtegang. Nu ik deze witte ruimte begin te vullen, strekt mijn blik zich iets verder uit (wat schrijven met een mens kan doen).
Zoals een werkwoord dus. Verschillende personen, enkelvoud of meervoud, de verschillende vormen die het aanneemt in de passende situaties. Helaas wel volgens regeltjes. Ik wil wel een uitzondering zijn, ietwat onregelmatig. Nog persoonlijker, denkend aan de processen die het heeft ondergaan. Regelmatig verkeerd gebruikt, misschien door de vernieuwende maatschappij. Echt? Zeven letters. Vervoeg mij dan maar, alleen is niet wat ik wil.
Untrennbar kan ik wel aannemen, niet einsilbig. Hoeveel mogelijkheden kan ik dan vinden… alleszins niet spelen of zijn.
woensdag 11 april 2007
woensdag 4 april 2007
Dit gedicht werd voorgedragen in "Vrienden van de poëzie" vandaag.
Zes jaar heeft ze geleerd wat blijven was:
wat ouders deden, en wat dus alles ging doen:
een tafel bij een stoel, nu bij toen.
Het meervoud van geluk was: wij.
Sindsdien heeft ze geleerd wat enkelvoud is.
Zij. Nu weer half van jou, morgen half van mij.
Toen ze acht was, was ze tien.
Eén helft van haar gezicht lief,
de andere liever. Bang om te kiezen
tussen verliezen en verliezen.
Vandaag is ze gewoon twaalf.
Vier ouders, twee echt, twee stief.
Slapengaan moet met eindeloos gezoen.
Ze wint altijd. Ze heeft geleerd wat blijven is.
Wat ouders niet en kinderen wel doen.
-Herman de Coninck-
Vooral de laatste 2 verzen...
De avonturen van een gedicht: http://www.hermandeconinck.be/proza-1.php
zondag 1 april 2007
Muziek
* My heart, which is so full to overflowing, has often been solaced and refreshed by music when sick and weary.
- Martin Luther -
* I think I should have no other mortal wants, if I could always have plenty of music. It seems to infuse strength into my limbs and ideas into my brain. Life seems to go without effort, when I am filled with music.
- George Eliot -