Posts tonen met het label Taal. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Taal. Alle posts tonen

zaterdag 12 januari 2008

P.C. Hooft

Mijn lief, sint ick u mis, verdrijve' ick met mishaeghen
De schoorvoetighe Tijdt, en tob de lange daeghen
Met arbeit avontwaerts; uw afzijn valt te bang.

En mijn verlangen can den Tijdtgod niet beweghen.
Maer 't schijnt verlangen daer sijn naem af heeft gecreghen,
Dat ick den Tijdt, die ick vercorten wil, verlang.

donderdag 27 september 2007

Zoekzoek

Zou ik klein genoeg zijn? Klein genoeg om door je oor te kruipen en zo in je kamertje daar boven terecht te komen? Dan zou ik een race tegen de klok aangaan - of toch misschien rustig de tijd nemen - om eindjes aan elkaar te knopen en gedachten te lezen omdat woorden ze niet meer kunnen beschrijven. En dan zou ik je gevoelens misschien kunnen voelen, en zomaar begrijpen! Of moet ik daarvoor naar je hart? Of je buik misschien? Als iemand me nu eens een handleiding geeft, ik kan heel goed kaartlezen! Oei, maar ik blijf nog steeds even groot natuurlijk. Te groot. Raar, want zo voel ik me niet.

vrijdag 7 september 2007

't Kofschip

Geschreven in het zesde middelbaar. Opdracht: schrijf een lezersbrief.

Mijn ontsteltenis was groot toen ik las dat volgens recent onderzoek nog maar zestig procent van de Vlaamse kinderen in de lagere school slaagt op Nederlandse dictees. Verbazend was het op zich niet, maar toch vind ik dat de kennis van de spelling best wat groter mag zijn. Aan de hand van deze statistieken ontstond het idee om de Nederlandse spelling te vereenvoudigen. Gaan we terug naar de Middeleeuwen, waar alle woorden geschreven werden zoals men ze uitsprak?

Ik ben persoonlijk nogal begaan met de Nederlandse spelling. Voornamelijk fouten aangaande tweeklanken en werkwoorden springen meteen in het oog. Helaas ben ik gedwongen om mij hier alsmaar vaker aan te ergeren, voornamelijk op het Internet. Internet is handig, dat ontken ik zeker niet, maar er wordt naar mijn mening niet goed mee omgegaan. Kinderen leren vanaf elf jaar hoe ze met een computer moeten werken en al snel ontdekken ze de wijde wereld van het chatten en e-mailen. Allemaal goed en wel, positief op verscheidene vlakken, maar de spelling wordt al te vaak verwaarloosd. Nu wil men kinderen, de nieuwe generatie, en zelfs volwassenen het voordeel van de twijfel geven door de spellingsregels en grammaticale structuren te herzien. Ik ben van mening dat dit zwaar overdreven is. Hoe moeilijk is het om de zeven letters te onthouden - op de koop toe in een leuk woordje vervat? Helemaal niet moeilijk, natuurlijk niet. We leren het op school, hebben het na verloop van tijd onder de knie en dan… gaan we chatten, op online fora rondzwerven enzovoort. Daar vormt zich het probleem. Alles moet snel gaan, niemand houdt rekening met de al dan niet correcte manier van schrijven. Weblogs bevatten fouten, tot daar toe, maar websites van officiële instanties, met dt-fouten, daar kan ik niet bij. Moest het daar ook snel gaan?
Ik denk dat wij mensen ons snel aanpassen aan goede, maar ook aan minder goede, of zeg maar slechte gewoontes. En jammer genoeg ontwikkelt zich deze trend ook op vlak van spelling. Kinderen komen thuis van school, zetten zich achter de heilige pc, chatten met vriendinnetjes of zelfs met vreemden, het maakt niet uit, maar de taal doet er niet toe. Na een tijd verloedert dus het taalbewustzijn en het is niet eenvoudig de knop weer om te schakelen eens het weer gaat om zakelijke taal. Ook valt het op dat dit niet enkel bij kinderen voorkomt, maar ook bij volwassenen, getuige daarvan openbare websites met informatie “van algemeen nut”. Mensen voegen in de onvoltooid tegenwoordige tijd eerder een “d” als een “t” toe aan de stam van een werkwoord, of ze vergeten dat “ik” “nooit t drinkt”.
Zo goed als niemand stoort zich aan deze fouten, maar is taal niet een van de belangrijkste vormen van communicatie? Kunnen er geen misverstanden ontstaan? Lijkt het niet van minder professionaliteit te getuigen als een tekst vol spellingsfouten staat? Volgens mij wel.
Nu ja, waarschijnlijk breek ik mijn hoofd over iets wat misschien niet zal gebeuren, maar de spelling- en grammaticaregels veranderen - hiermee bedoel ik vereenvoudigen - lijkt me enkel en alleen een gemakkelijkheidsoplossing. Ik zie in deze dalende taalkennis voornamelijk kenmerken van luiheid. “Wat zeg je nu, luiheid, daarjuist zei je nog dat alles snel moet gaan?” Ja, inderdaad, men denkt niet meer na… vandaar… mentale passiviteit. Of is het… dichterlijke vrijheid?
Een verklaring van het fenomeen ‘dt-fouten’ kan ik niet geven. Ook een oplossing ligt niet voor de hand. Maar ’t kofschip moet boven water blijven.

donderdag 19 april 2007

Werkjewoord

Het viel me plots op, gewoon door iets dat ik zei: ik kan best wel als een werkwoord zijn. Die zin klopte toen waarschijnlijk niet eens, maar het leidde me wel tot een aangename gedachtegang. Nu ik deze witte ruimte begin te vullen, strekt mijn blik zich iets verder uit (wat schrijven met een mens kan doen).
Zoals een werkwoord dus. Verschillende personen, enkelvoud of meervoud, de verschillende vormen die het aanneemt in de passende situaties. Helaas wel volgens regeltjes. Ik wil wel een uitzondering zijn, ietwat onregelmatig. Nog persoonlijker, denkend aan de processen die het heeft ondergaan. Regelmatig verkeerd gebruikt, misschien door de vernieuwende maatschappij. Echt? Zeven letters. Vervoeg mij dan maar, alleen is niet wat ik wil.
Untrennbar kan ik wel aannemen, niet einsilbig. Hoeveel mogelijkheden kan ik dan vinden… alleszins niet spelen of zijn.

dinsdag 14 november 2006

Druppels en Suikerbonen

Waarom? Waarom niet.
Druppel... één van de mooiste woorden die in onze Nederlandse taal bestaan. Daarover ga ik geen pagina's volschrijven, dit is simpelweg één van de weinige onveranderlijke ideeën in mijn hoofd. Heb ik er nog... als ik diep ga graven... misschien... Ik hou niet per se van regen, tranen rollen vaak te veel, te laat... maar geboeid ben ik wel. Het water... zo rijk, oeroud, misschien wel oneindig... Een bron. Druppels.
Dank U.
Zoute zee... zoet...
Ik hou niet van suikerbonen. Niet bepaald althans. Eén van de eerste bijnamen die men mij gegeven heeft: Suikerboon. Vijf jaar later word ik er niet meer mee aangesproken, maar toch, hij is er nog. Waarom niet.
"Ik heb je lief... liever..." Stef Bos, "wat ik ook wil zeggen, jij krijgt m'n woorden klein".