Ik zit op de trein en ik zweef
tussen twee steden, twee werelden bijna
Het verlangen kriebelt, om eindeloos vrij te zijn,
te zweven over die weilanden, alleen of met een paard.
Ik ben een reiziger en zoek nog naar ‘thuis’.
Thuis is niet maar op één plaats,
‘k heb er nu al verschillende
ofwel niet een.
Ik hou hiervan, geniet van de vijftig minuten durende totale vrijheid,
- niet op de ene plaats en niet op de andere -
en hoop stilletjes dat het langer kan duren,
dat het niet hóeft te eindigen.
Maar wanneer m’n ratio komt bovendrijven, zegt m’n hoofd dat “dat het ook niet is”.
Och, zwijg nu maar. Daar gaat het niet om. Het is de droom die telt en de zoete hoop.
Nog twintig minuten te gaan op deze reis.
Een vervolg komt er wel…
Ik wil en het kán. Een leven lang… met tussenposen.
2 opmerkingen:
mooi!
Erg mooi geschreven!
Een reactie posten