Dankzij Ambrozijn was het nog meer lente. Ik fietste door de mooie stad, waarvan ik de gezelligheid weer herontdekt had, met Fruitpap in mijn oren. Vrolijker kon het niet zijn.
Iedereen zag eruit als lente. Het voelde als lente. Iedereen was mooi. En alles.
Maar zo ver zijn we nog niet. Nog even wachten, het is nog te vroeg.
En weet je, Zon? Je mag in mijn ogen schijnen.
woensdag 21 februari 2007
dinsdag 13 februari 2007
Kijk
Wanneer zal ik weer schrijven? Zal ik? Zou ik? Nu? Nee, niet nu.
Hoewel haar ogen mij zo veel zeiden. Zo, tussen de vingers van haar handen.
Telkens ik keek zag ik iets anders. En ik hoorde niks. Althans, haar hoorde ik niet.
Ik zou erover geschreven hebben. Maar nu niet. Nee, niet. Wat ik zag was voor mij, wat ze zei, weet ik niet. Wat ze wil zeggen, is zo veel. Of juist helemaal niks.
De ene keer was het eng. Of zo. Ze maakte me bang. Soms een beetje, bij de volgende oogopslag weer meer. De andere keer vroeg ze me om medelijden. Soms smeekte ze. Dan weer was haar blik begrijpend. Ze keek naar me...
Maar haar blik verandert eigenlijk... helemaal niet.
Over iedereen konden we wat zeggen, maar jij werd niet vermeld. Misschien daarom.
Hoewel haar ogen mij zo veel zeiden. Zo, tussen de vingers van haar handen.
Telkens ik keek zag ik iets anders. En ik hoorde niks. Althans, haar hoorde ik niet.
Ik zou erover geschreven hebben. Maar nu niet. Nee, niet. Wat ik zag was voor mij, wat ze zei, weet ik niet. Wat ze wil zeggen, is zo veel. Of juist helemaal niks.
De ene keer was het eng. Of zo. Ze maakte me bang. Soms een beetje, bij de volgende oogopslag weer meer. De andere keer vroeg ze me om medelijden. Soms smeekte ze. Dan weer was haar blik begrijpend. Ze keek naar me...
Maar haar blik verandert eigenlijk... helemaal niet.
Over iedereen konden we wat zeggen, maar jij werd niet vermeld. Misschien daarom.
Abonneren op:
Posts (Atom)